Deze vertaling bevat nog niet de wijzigingen die zijn gemaakt sinds 2021-07-03 in het originele Engelstalige artikel.

Je zou kunnen kijken naar deze wijzigingen. Lees ook de handleiding voor vertalingen voor informatie over het onderhouden van vertalingen van dit artikel.

Hoeveel controle kan onze democratie verdragen?

Een variant van dit artikel is voor het eerst gepubliceerd in Wired in oktober 2013.
Lees ook “Een radicaal voorstel voor het beschermen van je persoonlijke gegevens,” gepubliceerd in The Guardian in April 2018.

Striptekening van een hond, die zich verwondert over de drie advertenties
die op zijn computerscherm opdoemen...

“Hoe weten ze dat ik een hond ben?”

Met dank aan de onthullingen van Edward Snowden weten we dat de rechten van de mens worden verdrukt door het huidige toezicht. De verwachting dat iedere handeling wordt vastgelegd zal leiden tot ongewenste zelfcensuur. De herhaalde intimidatie en vervolging van dissidenten, bronnen en journalisten in de Verenigde Staten en daarbuiten leveren het bewijs. We moeten het niveau van algemene controle verminderen, maar hoe veel? Wat is het maximum toelaatbare niveau van controle waar we zeker niet overheen mogen gaan? Dat is het punt waarop de hoeveelheid controle begint te knagen aan het functioneren van onze democratie, waarbij klokkenluiders (zoals Snowden) al snel worden opgepakt.

Wij, het volk, zijn afhankelijk van klokkenluiders die ons vertellen wat de overheid aan het doen is als het gaat om overheidsgeheimen. (Hier werden we pijnlijk aan herinnerd in 2019 toen klokkeluiders het publiek in toenemende mate toonden hoe Trump poogde de president van de Oekraïne te chanteren.). Het huidige toezicht echter bedreigt mogelijke klokkenluiders, wat betekent dat dit toezicht te veel is. Om onze democratische zeggenschap over de overheid te herstellen, moeten we de mate van toezicht terugbrengen naar een punt waarop klokkenluiders erop kunnen vertrouwen dat zij veilig zijn.

Het gebruiken van vrije software, waar ik al sinds 1983 voor pleit, is de eerste stap op weg naar zeggenschap over onze digitale levens, inclusief het tegengaan van te veel toezicht. We kunnen niet-vrije software niet vertrouwen; de NSA gebruikt en maakt zelfs veiligheidsgaten in niet-vrije software om onze eigen computers en routers binnen te dringen. Vrije software geeft ons zeggenschap over onze computers, maar dat beschermt onze privacy niet als we ons op het internet begeven.

Er worden wetten voorgesteld om in de VS de “nationale surveillance-krachten in te perken”, maar deze wetgeving baseert zich op beperking van het gebruik van onze virtuele dossiers door de overheid. Wanneer “de klokkenluider pakken” genoeg reden is om een klokkenluider te identificeren, wordt hij niet genoeg beschermd. We moeten verder gaan.

De bovengrens van controle in een democratie

Als klokkenluiders geen strafbare feiten en leugens meer durven onthullen verliezen we de laatste zeggenschap over onze overheid en organisaties. Dat is waarom toezicht, waarbij de overheid kan uitzoeken met wie een journalist heeft gepraat, te veel toezicht is—meer dan een democratie kan verdragen.

Een naamloze overheidsambtenaar in de VS vertelde in 2011 aan journalisten dat de VS verslaggevers niet zou dagvaarden omdat “We toch weten met wie je praat.” Soms worden opnames van telefoongesprekken van journalisten opgevraagd om dit uit te zoeken, maar Snowden heeft ons laten zien dat ze in feite de hele tijd opnames van iedereen in de VS opvragen, van Verizon en ook andere bedrijven.

De oppositie en dissidenten moeten geheimen kunnen hebben voor de overheid die vieze spelletjes met ze speelt. De ACLU (American Civil Liberties Union) heeft laten zien hoe de overheid van de VS vredige, dissidente groepen systematisch infiltreert onder het voorwendsel dat zich bij die groepen mogelijk terroristen zouden kunnen bevinden. Het punt waarop overheidstoezicht te veel is, is het punt waarop de overheid er achter kan komen wie met een bekende journalist of dissident heeft gesproken.

Eenmaal verzamelde informatie zal worden misbruikt

Als mensen erkennen dat het niveau van overheidstoezicht te hoog is, is de eerste reactie de toegang tot verzamelde gegevens in te perken. Dat klinkt mooi, maar zal het probleem zelfs niet een beetje oplossen, zelfs als we aannemen dat de overheid de regels naleeft. (De NSA heeft de FISA-rechtbank misleid, die zei dat het niet in staat was om de NSA te controleren.) Verdenking van een strafbaar feit zal reden zijn tot toegang, dus wanneer een klokkenluider beschuldigd wordt van “spionage”, zal het vinden van de “spion” een excuus vormen om toegang te krijgen tot het verzamelde materiaal.

In de praktijk kunnen we zelfs niet verwachten dat overheidsinstellingen excuses zullen verzinnen voor het breken van richtlijnen over surveillance —Amerikaanse instellingen blijken al te liegen over welke overtredingen ze maken. De richtlijnen zijn er niet om gevolgd te worden; het zijn meer sprookjes die je kunt geloven als je dat wilt.

Bovendien zullen overheidsambtenaren die gegevens misbruiken voor persoonlijke doeleinden. Sommige NSA-agenten hebben toezichtgegevens van de VS gebruikt om hun geliefden te volgen—geliefden in het verleden, heden of waar ze op hoopten— een praktijk die bekend staat als “LOVEINT”. De NSA zegt dat het deze praktijk een aantal keer heeft gevonden en bestraft; we weten echter niet hoe vaak het is gebeurd waarbij dader niet was gepakt. Maar deze gebeurtenissen zouden ons niet mogen verbazen, omdat de politie haar toegang tot nummerplaten heeft gebruikt om een aantrekkelijk iemand te volgen, een praktijk die bekend staat als “achtervolg een plaat voor een afspraakje”. Deze praktijk komt nog vaker voor met nieuwe digitale systemen. In 2016 was de openbaar aanklager beschuldigd van het namaken van handtekeningen van rechters om toestemming te krijgen voor het aftappen van iemand die het slachtoffer was van een romantische obsessie. De AP weet van veel meer voorbeelden in de VS.

Toezicht-gegevens zullen altijd worden gebruikt voor andere doeleinden, zelfs als dit verboden is. Als de gegevens eenmaal zijn verzameld en de overheid de mogelijkheid heeft om toegang te krijgen, kan het die gegevens op verschillende manieren misbruiken. Voorbeelden laten dit zien, zoals in Europa en in de VS, en meer recentelijk Turkije. (De verwarring in Turkije over wie nu het Bylock programma had gebruikt verergerde alleen maar de reactie waarbij willekeurige mensen werden bestraft voor het vermeende gebruik.)

Het is ook waarschijnlijk dat persoonlijke gegevens, die worden verzameld door de overheid, door krakers worden verkregen die de beveiliging van de servers hebben omzeild, zelfs door krakers die voor vijandelijke landen werken.

Overheden kunnen massale surveillance-mogelijkheden gemakkelijk gebruiken om de democratie rechtstreeks uit te hollen.

Totaal overheidstoezicht maakt het mogelijk dat de overheid een massale volgactie start tegen elke willekeurige persoon. Om de persvrijheid en democratie veilig te stellen, moeten we het verzamelen van gegevens die gemakkelijk voor de overheid toegankelijk is, beperken.

Goede privacy-bescherming moet technisch zijn

De Electronic Frontier Foundation en andere organisaties stellen een aantal juridische regels voor die zijn ontworpen om het misbruik van massale surveillance te voorkomen. Deze principes bevatten cruciale, expliciete en juridische bescherming voor klokkenluiders; deze zouden voldoende moeten zijn om de democratische vrijheden te beschermen—als deze compleet worden aangenomen en zonder enige uitzondering altijd worden doorgevoerd.

Zulke wettelijke bescherming is echter wankel: zoals de recente geschiedenis ons laat zien, kan een dergelijke wet worden teruggedraaid (zoals in de FISA Amendement-wet), opgeschort, of genegeerd.

Tegelijkertijd zal de populist de gebruikelijke smoezen gebruiken als reden voor totaal toezicht; elke terroristenaanval, zelfs eentje waarbij slechts een handvol mensen omkomt, kan hiervoor worden aangegrepen.

Als toegangsbeperkingen tot gegevens terzijde worden geschoven, zal het zijn alsof die beperkingen nooit hebben bestaan. Dossiers die in al die jaren zijn opgebouwd, zouden plotseling beschikbaar komen voor misbruik door de overheid en zijn instellingen, en als ze door bedrijven zijn verzameld, ook voor hun misbruik. Als we echter stoppen met het verzamelen van dossiers over iedereen, zouden die dossiers niet bestaan, en is het niet mogelijk om ze achteraf samen te stellen. Een nieuwe ondemocratische regering zou overheidstoezicht van de grond af aan op moeten zetten, en het zou pas vanaf die datum kunnen beginnen met gegevens verzamelen. Het opschorten of tijdelijk negeren van de wet op toegang tot gegevens zou in zo'n situatie nauwelijks zin hebben.

Wees om te beginnen geen dwaas

Om privacy te hebben moet je het het niet weggooien: de eerste die jouw privacy moet beschermen ben jij. Vermijd het kenbaar maken van jezelf aan websites, verbind met hen via Tor, en gebruik een browser die er voor zorgt dat websites hun bezoekers niet kunnen volgen. Gebruik de GNU Privacy Guard om de inhoud van je e-mail te versleutelen. Betaal contant voor dingen.

Bewaar je eigen gegevens; sla jouw gegevens niet op op een “gemakkelijke” server van een bedrijf. Het is echter wel veilig om je reservekopieën toe te vertrouwen aan een commerciële dienst, wanneer je de bestanden in een archief hebt gezet en het hele archief inclusief de bestandsnamen versleutelt, met vrije software op je eigen computer, voordat je het archief daar naartoe upload.

In het belang van je privacy moet je niet-vrije software vermijden. Wanneer je je computerbeheer overlaat aan bedrijven dan zullen ze je hoogstwaarschijnlijk bespioneren. Vermijd ook service als softwarevervanging (SaaSS); buiten het uit handen geven van controle over jouw computeractiviteiten, vereist het ook dat je al jouw gegevens aan een server overhandigt.

Bescherm ook de privacy van je vrienden en kennissen. Geef hun persoonlijke informatie niet weg behalve hoe je contact met hen kunt opnemen, en geef geen enkele website jouw lijst van telefoon- of e-mailcontactpersonen. Vertel een bedrijf zoals Facebook geen dingen over je vrienden die zij misschien niet in de krant willen zien. Het is nog beter om helemaal niet te worden gebruikt door Facebook. Gebruik geen communicatiesystemen die van gebruikers verlangen dat ze hun echte naam geven, ook al vind je dat niet belangrijk, omdat het druk zet op anderen om hun privacy in te leveren.

Zelfbescherming is essentieel, maar zelfs de meest rigide zelfbescherming is onvoldoende om jouw privacy te beschermen op of tegen systemen die niet van jou zijn. Als we met anderen communiceren of ons voortbewegen in de stad, hangt onze privacy af van hoe de samenleving is georganiseerd. We kunnen sommige systemen vermijden die onze communicatie en bewegingen vastleggen, maar niet allemaal. Het is overduidelijk beter om er voor te zorgen dat deze systemen stoppen met het volgen van personen die niet verdacht worden van misdrijven.

We moeten elk systeem ontwerpen met het oog op privacy

Als we geen samenleving willen waar toezicht wordt gehouden op alles, moeten we surveillance beschouwen als een soort sociale vervuiling, en moeten we de toezichtmogelijkheden van elk nieuw digitaal systeem beperken, net zoals we de invloed van constructiebouw op het milieu beperken.

Bijvoorbeeld: “slimme” energiemeters worden aangeprezen omdat zij het energiebedrijf precieze gegevens over het elektriciteitsgebruik van elke klant verstrekken, waaronder gegevens voor het vergelijken van verbruik met de gemiddelde gebruiker. Deze methode gebruikt algemene surveillance, maar heeft helemaal geen surveillance nodig. Het energiebedrijf zou gemakkelijk het gemiddelde gebruik in een woonwijk kunnen berekenen door het totale gebruik te delen door het aantal klanten, en dat getal naar de meters kunnen sturen. De meter van elke klant kan zijn/haar gebruik vergelijken, over elke gewenste tijdsperiode, met de het gemiddelde gebruik voor die periode. Hetzelfde voordeel, zonder surveillance!

We moeten zulke privacy in al onze digitale systemen inbouwen. [1].

Oplossing voor het verzamelen van gegevens: verspreid het

Eén manier om toezicht samen te laten gaan met privacy is door de gegevens verspreid en niet gemakkelijk bereikbaar te houden. Ouderwetse beveiligingscamera's waren geen bedreiging voor de privacy(*). De opname werd lokaal opgeslagen, en hooguit voor een paar weken bewaard. Omdat het niet zo gemakkelijk was om toegang te krijgen tot deze opnames, werd het nooit massaal gedaan; ze werden alleen gebruikt op de plaatsen waar iemand een misdrijf had gemeld. Het zou niet mogelijk zijn om alle videobanden elke dag fysiek te verzamelen en te bekijken of te kopiëren.

Tegenwoordig zijn beveiligingscamera's surveillancecamera's geworden: ze zijn verbonden met het internet zodat opnamen kunnen worden verzameld in een datacentrum en voorgoed worden opgeslagen. In Detroit verplicht de politie de bedrijven al om onbeperkte toegang te verlenen tot hun beveiligingscamera's zodat ze deze ten alle tijde kunnen bekijken. Dit is al gevaarlijk, maar het wordt nog erger. Ontwikkelingen in gezichtsherkenning kunnen ons naar de dag leiden waarop verdachte journalisten altijd op straat kunnen worden gevolgd, waarbij bekeken kan worden met wie ze praten.

Camera's die met internet zijn verbonden, zijn zelf digitaal slecht beveiligd, wat betekent dat iedereen zou kunnen zien wat die camera's zien. Dit zorgt ervoor dat internetcamera's een grote bedreiging zijn voor zowel veiligheid als privacy. In het belang van privacy zouden we het gebruik van internetcamera's moeten verbieden op plekken en tijden waarop het algemene publiek is toegelaten, behalve als ze worden gedragen door mensen. Iedereen moet vrij zijn om af en toe foto's en video's te publiceren, maar de systematische verzameling van zulke gegevens op het internet moet worden beperkt.

(*) Ik neem hier aan dat de veiligheidscamera is gericht op de binnenkant van een winkel of op de straat. Een camera die door iemand anders op iemands privéterrein is gericht schendt de privacy, maar dat is een andere kwestie.

Oplossing voor internettoezicht door bedrijven

De meeste dataverzameling komt voort uit de eigen digitale activiteiten van mensen. Meestal worden die door bedrijven verzameld. Maar als het aankomt op bedreiging van de privacy en democratie, maakt het niet uit of de gegevens direct door de overheid worden verzameld of door bedrijven. De gegevens die bedrijven verzamelen zijn sowieso al systematisch beschikbaar voor de overheid.

De NSA heeft via PRISM toegang verkregen tot gegevensbanken van veel grote internetbedrijven. AT&T heeft alle telefoongesprekken sinds 1987 opgeslagen en overhandigt deze op verzoek aan de DEA om doorzocht te worden. Strikt genomen heeft de overheid van de VS die gegevens niet, maar in de praktijk is dit wel het geval. Sommige bedrijven worden geprezen omdat zij overheidsverzoeken tot gegevens afwijzen indien mogelijk, maar dat compenseert niet de schade die zij hebben aangericht door de gegevens in eerste instantie te verzamelen. Daarnaast misbruiken veel van deze bedrijven de gegevens zelf of overhandigen het aan gegevenshandelaren.

Om journalistiek en democratie veilig te maken moet de hoeveelheid gegevens die over mensen wordt verzameld, door welke organisatie dan ook (niet alleen de overheid), worden verminderd. We moeten digitale systemen opnieuw ontwerpen zodat ze geen gegevens over hun gebruikers bewaren. Als zij digitale gegevens nodig hebben over onze transacties, mag het niet zijn toegestaan om deze langer te behouden dan een korte tijd, niet langer dan nodig om de aankoop te verwerken.

Eén van de redenen voor de huidige internettoezicht is dat websites worden betaald door middel van advertenties die gebaseerd zijn op activiteiten en voorkeuren van gebruikers. Dit zorgt ervoor dat een kleine irritatie—advertenties die we kunnen leren te negeren—wordt omgezet in een volgsysteem dat ons schade berokkent, of we het nu weten of niet. Aankopen op het internet worden ook gevolgd. En we zijn er allemaal mee bekend dat het hebben van een “privacy-beleid” een excuus is om privacy te schenden en niet iets om je aan te houden.

We kunnen beide problemen verhelpen door een anoniem betaalsysteem te gebruiken—anoniem voor degene die betaalt. (We willen degene die betaald wordt niet helpen belasting te ontduiken.) Bitcoin is niet anoniem, hoewel er pogingen worden gedaan om betalen met Bitcoin anoniem te maken. Technologie voor digitaal contant geld is reeds voor het eerst ontwikkeld in de jaren '80; de GNU-software hiervoor heet GNU Taler. Nu hebben we alleen geschikte afspraken met bedrijven nodig, en een overheid die geen belemmering vormt.

Prepaid telefoonkaarten zijn een andere mogelijke manier om anonieme betalingen mogelijk te maken. Het is minder makkelijk, maar eenvoudig te organiseren.

Een andere bedreiging voor het verzamelen van persoonlijke informatie door websites is dat krakers kunnen binnenkomen, de informatie stelen en het misbruiken. Deze gegevens bevatten ook creditcardgegevens van klanten. Een anoniem betaalsysteem zou een einde maken aan dit gevaar: een veiligheidsgat in een website kan jou geen schade toebrengen als de website niets over jou weet.

Oplossing voor toezicht in het verkeer en vervoer

We moeten het incasseren van digitale tol omzetten naar anonieme betaling (met digitaal contant geld bijvoorbeeld). Systemen met kentekenplaat-herkenning noteren alle auto kentekens, en de gegevens kunnen onbeperkt worden opgeslagen. Het zou bij wet verplicht moeten zijn om alleen die kentekens op te nemen die door de rechter op een lijst met gezochte auto's geplaatst zijn. Een minder veilig alternatief zou zijn om alle opnamen van auto's lokaal op te slaan, maar slechts voor een paar dagen. De volledige gegevens zouden niet over het internet beschikbaar moeten zijn; toegang tot de gegevens zou moeten worden beperkt tot het zoeken naar gezochte kentekens die door een rechter op die lijst zijn geplaatst.

De lijst met personen die in de VS niet mogen vliegen moet worden afgeschaft omdat het straft zonder rechtszaak.

Het is acceptabel om een lijst te hebben met personen wiens bagage extra zal worden doorzocht, en anonieme passagiers op binnenlandse vluchten kunnen worden behandeld alsof ze op deze lijst staan. Het is ook acceptabel om mensen naar een bepaald land niet aan boord van het vliegtuig te laten gaan als zij dit land niet mogen binnenreizen. Dit zou genoeg moeten zijn voor alle legitieme doeleinden.

Veel systemen in het openbaar vervoer gebruiken een ov-chipkaart waarmee betaald kan worden. Deze systemen verzamelen persoonlijke gegevens: als je één keer de fout hebt gemaakt om met iets anders te betalen dan contant geld, hebben ze de ov-kaart permanent met jouw naam verbonden. Verder slaan ze alle reizen op die elke kaart maakt. Tezamen is dit massaal toezicht. Deze gegevensverzameling moet worden ingeperkt.

Navigatiesystemen volgen gebruikers: de computer van de gebruiker vertelt aan de kaartendienst waar de gebruiker is en waar de gebruiker heen wil gaan; vervolgens bepaalt de server de route en stuurt die terug naar de computer van de gebruiker, die deze route toont. Tegenwoordig slaat de server waarschijnlijk de locaties van de gebruiker op, omdat er niets is dat dit in de weg staat. Dit toezicht is niet noodzakelijk en een herontwerp zou het kunnen vermijden. Vrije software in de computer van de gebruiker kan de kaartgegevens downloaden voor de gewenste regio's (als deze kaartgegevens niet al aanwezig zijn), de route berekenen, en deze weergeven, zonder dat iemand ooit wordt verteld waar de gebruiker is of waar hij heen wil gaan.

Systemen van het huren van fietsen enz., kunnen zo worden ontworpen dat de identiteit van degene die de fiets huurt alleen bekend is binnen het station waar de fiets is gehuurd. Wanneer de fiets is gehuurd, worden alle stations geïnformeerd dat die fiets naar “buiten” is, dus als de gebruiker de fiets weer op een willekeurig station inlevert (wellicht op een ander station), zal dat station weten waar en wanneer die fiets was gehuurd. Het zal het andere station informeren dat de fiets niet langer “buiten” is. Het zal ook de rekening voor de gebruiker berekenen, en die via een paar andere stations naar het hoofdkantoor sturen, zodat het hoofdstation niet kan uitzoeken waar de rekening vandaan kwam. Als dit is gedaan kan het inleverstation alles over de transactie vergeten. Als een fiets te lang “buiten” blijft, kan het station waar het vandaan kwam het hoofdkantoor informeren; in een dergelijk geval kan het de identiteit van de huurder onmiddellijk versturen.

Oplossing voor communicatiedossiers

Internetaanbieders en telefoonbedrijven bewaren uitgebreide contactgegevens van hun klanten (browsing, telefoongesprekken, enz.). Met mobiele telefoons slaan ze ook de fysieke locatie van de gebruiker op. Zij bewaren deze dossiers een zeer lange tijd: meer dan 30 jaar in het geval van AT&T. Binnenkort zullen ze zelfs de lichaamsactiviteiten van gebruikers opslaan. Het lijkt erop dat de NSA locatiegegevens van mobiele telefoons massaal aan het verzamelen is.

Communicatie zonder registratie is onmogelijk als systemen zulke dossiers maken. Het zou illegaal moeten zijn om deze te maken of bij te houden. Internetaanbieders en telefoonbedrijven zouden moeten worden verplicht om deze informatie niet lang te bewaren, met uitzondering van een uitspraak van een rechter om een bepaalde partij te volgen.

Deze oplossing is niet geheel bevredigend, omdat het de overheid er niet fysiek van zal weerhouden om alle informatie te verzamelen direct nadat het is ontstaan—wat de VS doet met enkele of alle telefoonbedrijven. We zijn dan afhankelijk van een wet die dat verbiedt. Dat zou echter nog steeds beter zijn dan de huidige situatie, waar de betreffende wet (de PATRIOT-wet) deze praktijk niet duidelijk verbiedt. Bovendien, als de overheid dit soort toezicht weer zou hervatten, zou het geen gegevens verkrijgen van de telefoongesprekken van iedereen van voor die tijd.

Om je gegevens over met wie je e-mailt te beschermen, is een simpele deeloplossing voor jou en anderen om een e-maildienst te gebruiken in een land dat nooit zou samenwerken met je eigen overheid, en om te communiceren met elkaar via versleuteling. Echter, Ladar Levison (de eigenaar van de e-maildienst Lavabit die was doorzocht door VS-overheidstoezicht) heeft een beter idee voor een versleutelingssysteem waarmee jouw e-maildienst alleen zou weten dat je een e-mail hebt gestuurd naar een gebruiker van mijn e-maildienst, en mijn e-maildienst zou alleen weten dat ik een e-mail heb ontvangen van een gebruiker van jouw e-maildienst, maar het zou moeilijk zijn om vast te stellen dat jij een e-mail naar mij hebt gestuurd.

Een beetje toezicht is wel nodig

Om er voor te zorgen dat de overheid criminelen vindt, moet het in staat zijn om bepaalde misdaden te onderzoeken, of geplande misdaden, met toestemming en in opdracht van de rechter. Met het internet wordt de macht om telefoongesprekken af te tappen op natuurlijke wijze doorgetrokken naar de macht om internetverbindingen af te tappen. Het is gemakkelijk om deze macht te misbruiken om politieke redenen, maar het is ook noodzakelijk. Gelukkig zou deze macht het niet mogelijk maken om klokkenluiders te vinden na hun openbaringen, als (zoals ik aanbeveel) we digitale systemen zo ontwerpen dat er geen massale dossiers worden opgebouwd vóór de openbaring.

Organisaties met speciale macht die door de overheid is verleend, zoals de politie, verspelen hun recht op privacy en daar moet toezicht op gehouden worden. (In feite heeft de politie zijn eigen jargon voor meineed, “testilying,” omdat ze het zo vaak doen, voornamelijk bij demonstranten en fotografen.) Een stad in Californië die besloot dat de politie altijd video-camera's mee moest dragen, ontdekte dat hun gebruik van dwang met 60% was verminderd. De ACLU is hier voorstander van.

Bedrijven zijn geen mensen, en kunnen geen aanspraak maken op mensenrechten. Het is legitiem om te vereisen dan bedrijven de details publiceren van processen die chemische, biologische, nucleaire, fiscale, digitale (bijvoorbeeld DRM) of politieke (bijv. lobbyen) schade aanrichten aan de samenleving, tot welk niveau dan ook wat nodig is voor algemeen welzijn. Het gevaar van deze activiteiten (zoals de olieramp van BP, de kernramp van Fukushima, en de financiële crisis van 2008) is groter dan terrorisme.

Journalistiek moet echter beschermd worden tegen elk overheidstoezicht, zelfs als het bedrijfsmatig wordt bedreven.

Digitale technologie heeft gezorgd voor veel meer toezicht op onze bewegingen, acties en contacten. Het is veel meer dan we ondervonden in de jaren 90, en veel meer dan de mensen achter het IJzeren Gordijn ondervonden in de jaren 80. Voorgestelde wettelijke limieten op het gebruik van verzamelde gegevens door de overheid zullen dat niet veranderen.

Bedrijven ontwerpen zelfs nog opdringeriger toezicht. Sommige mensen voorspellen dat indringend toezicht, van bedrijven zoals Facebook, grote effecten kan hebben op hoe mensen denken. Zulke effecten zijn niet aantoonbaar, maar de bedreiging voor de democratie is geen speculatie. Het bestaat en is vandaag de dag al zichtbaar.

Tenzij we geloven dat onze vrije landen voorheen te lijden hadden onder een groot gebrek aan toezicht, en we meer gevolgd dienen te worden dan mensen in de Sovjet-Unie en Oost-Duitsland, dienen we deze stijging terug te draaien. Dit vereist dat we stoppen met het massaal verzamelen van informatie over mensen.

Einde notitie

  1. De toestand niet in de gaten gehouden worden wordt ook wel ambient privacy genoemd.
Noot van de vertaler
Dit artikel beschrijft de staat van privacy, democratie en digitale mensenrechten wereldwijd, aan de hand van voorbeelden in de Verenigde Staten. De situatie in Nederland en België is er niet noodzakelijkerwijs beter aan toe. Bits of Freedom houdt zich bezig met de situatie in Nederland; bezoek hun website om meer te weten te komen over ontwikkelingen hier.