Dit is een vertaling van een Engelstalige pagina.

De X Window's valstrik

Auteursplicht of geen auteursplicht? Dat is één van de grootste controversen binnen de vrije software gemeenschap. Het idee van auteursplicht is om vuur met vuur te bestrijden—het auteursrecht gebruiken om onze code vrij te houden. De GNU GPL (General Public License) is een voorbeeld van een licentie met auteursplicht.

Sommige ontwikkelaars van vrije software hebben een voorkeur voor licenties zonder auteursplicht. Niet auteursplichtige licenties zoals XFree86 en BSD hebben als uitgangspunt om nooit nee te zeggen —ook niet tegen mensen die jouw werk willen gebruiken om anderen te beperken. Niet auteursplichtige licenties doen niets fout, maar ze doen ook niets om actief onze vrijheid om software te veranderen en verder te verspreiden, te verdedigen. Daarvoor hebben we auteursplicht nodig.

Jarenlang is het X Consortium de grootste tegenstander geweest van auteursplicht. Ze probeerden morele druk uit te oefenen en vrije software ontwikkelaars te ontmoedigen om auteursplicht op hun programma's te zetten. Morele druk door te verkondigen dat het niet netjes is om nee te zeggen. Ontmoedigen door hun richtlijn dat programma's met auteursplicht geen onderdeel van de X software mocht zijn.

Waarom had het X Consortium dit beleid? Dat had te maken met hun definitie van succes. Die was gedefinieerd in termen van populariteit—of om precies te zijn, zoveel mogelijk computerbedrijven over te halen hun X Window systeem te gebruiken. Dit liet alle macht aan de computerbedrijven. Wat ze ook wilden, het X Consortium had het maar te leveren.

Computerbedrijven brengen normaliter private software uit. Ze wilden echter dat ontwikkelaars van vrije software hun werk aan hun zouden geven. Als ze direct hierom hadden gevraagd zouden ze zijn uitgelachen. Het X Consortium echter kon, als stroman, dit verzoek inkleedden als een onbaatzuchtig verzoek. “Geef, net als wij, je werk aan de ontwikkelaars van private software”, zeiden ze, de indruk wekkend dat dit een nobel en onbaatzuchtig streven was. “Help ons om populair te worden”, zeiden ze, alsof het geen offer was.

Maar het gaat hier niet om zelfopoffering: het opgeven van de bescherming die auteursplicht geeft, en die de vrijheid van de hele gemeenschap beschermt, is meer dan alleen jezelf opofferen. Diegenen die de software schonken aan het X Consortium gaven tevens de toekomst van de gemeenschap in handen van datzelfde consortium.

Het vertrouwen was misplaatst. Het laatste jaar heeft het X Consortium plannen gemaakt om de aanstaande versie X11R6.4 te beperken, zodat het geen vrije software meer is. Ze hebben besloten om nu echt nee te gaan zeggen, niet alleen tegen ontwikkelaars van private software, maar ook tegen onze gemeenschap.

Het is ironisch. Als je ja zei tegen het X Consortium toen ze je vroegen om geen auteursplicht te gebruiken heb je ze ook de volmacht gegeven om jou versie van je programma te beperken en er een licentie op te zetten, samen met de kern van het X systeem.

Het X Consortium heeft dit plan niet uitgevoerd. Het heeft zichzelf in plaats daarvan opgeheven en alle spullen overgedragen aan de Open Group, wiens medewerkers nu een vergelijkbaar plan uitvoeren. Om eerlijk te zijn, toen ik ze vroeg om versie X11R6.4 ook onder de GNU GPL uit te brengen, naast de geplande beperkte licentie, heeft men dit wel overwogen (ze waren fel gekant tegen het handhaven van de oude X11 licentie). Voordat ze ja of nee konden zeggen tegen dit voorstel, was het al misgegaan om een andere reden: de XFree86 groep handhaaft het oude beleid van het X Consortium en accepteren geen auteursplichtige software.

In september 1998, maanden na het uitbrengen van X11R6.4 onder een niet-vrije licentie, draaide de Open Group deze beslissing terug en bracht dezelfde versie uit onder de niet-auteursplichtige vrije software licentie waarmee ook X11R6.3 was uitgebracht. De Open Group deed het uiteindelijk dus goed maar dat doet niets af aan het oorspronkelijke probleem.

Maar zelfs wanneer het X Consortium of de Open Group nooit het plan hadden gehad om X te beperken, dan nog had iemand anders dat kunnen doen. Niet-auteursplichtige software is kwetsbaar aan alle kanten; het staat iedereen toe om te proberen een niet-vrije versie dominant te maken, wanneer hij er genoeg tijd en geld aan spendeert om belangrijke functionaliteit in private vorm eraan toe te voegen. Gebruikers die software kiezen op basis van technisch kunnen in plaats van op vrijheid, kunnen daarmee gemakkelijk worden verleidt tot het gebruiken van de private versie voor het gemak op korte termijn.

Noch het X Consortium, noch de Open Group kan nog morele druk uitoefenen door te beweren dat het niet netjes is om nee te zeggen. Dit maakt het des te makkelijker om te beslissen je X-gerelateerde software met copyleft (auteursplicht) uit te brengen.

Wanneer je aan de kern van X werkt, aan programma's zoals de X server, Xlib en Xt, dan is er geen praktische reden om hier auteursplicht op te leggen. De X.org groep doet belangrijk werk voor de gemeenschap met het onderhoud van deze programma's en het auteursplichtig maken van delen zou dus meer kwaad doen dan goed door de noodzakelijke splitsing van de ontwikkeling. Het is daarom beter met de XFree86 groep samen te werken en onze wijzigingen niet auteursplichtig te maken. Hetzelfde geldt voor programma's die daar nauw aan gerelateerd zijn zoals xset en xrdb en die geen grote verbeteringen meer nodig hebben. We weten tenminste zeker dat de X.org groep zijn best zal doen om deze programma's verder te ontwikkelen als vrije software.

Voor programma's buiten de kern van X is dit anders: toepassingen, window managers, extra programmabilbliotheken en widgets. Er is geen reden om hier geen auteursplicht op te leggen en dat zouden we dan ook moeten doen.

Mocht je je toch verplicht voelen door de voorwaarden voor opname in de X distributie, dan kan het GNU project het op zich nemen om auteursplichtige programma's te publiceren die met X werken. Als je auteursplicht op je programma wilt leggen maar bang bent dat de uitsluiting van X de populariteit negatief zal beïnvloeden, vraag ons dan om hulp.

Het is tegelijkertijd beter om niet teveel te streven naar populariteit. Wanneer een zakenman je probeert te overtuigen met “meer populariteit” zou hij kunnen beweren dat zijn gebruik van het programma cruciaal is voor het succes. Geloof hem niet! Wanneer je programma goed genoeg is, komen de gebruikers vanzelf wel; je hoeft niet wanhopig op zoek naar gebruikersgroepen en je zult dan ook sterker staan als je dat niet doet. Het geeft een onbeschrijfelijk gevoel van vreugde en vrijheid om te kunnen antwoorden, “slikken of stikken—mij maakt het niet uit”. Meestal zal de zakenman van gedachten veranderen en het programma accepteren met auteursplicht, als je hem zo uitdaagt.

Vrienden, vrije software ontwikkelaars, stoot je niet aan dezelfde steen. Wanneer we geen auteursplicht toepassen op onze software, dan brengen we zijn toekomst in gevaar en is de software overgeleverd aan iedereen met meer middelen en minder scrupules. Met auteursplicht kunnen we onze vrijheid verdedigen, niet alleen voor onszelf maar ook voor de gemeenschap.