Deze vertaling bevat nog niet de wijzigingen die zijn gemaakt sinds 2021-05-31 in het originele Engelstalige artikel.

Je zou kunnen kijken naar deze wijzigingen. Lees ook de handleiding voor vertalingen voor informatie over het onderhouden van vertalingen van dit artikel.

Vrijheid of Macht?

door Bradley M. Kuhn en Richard M. Stallman

De liefde voor vrijheid is de liefde voor anderen; de liefde voor macht is de liefde voor onszelf.
-- William Hazlitt

In de vrije software beweging vechten we voor de vrijheid van gebruikers van software. We zijn tot dit inzicht gekomen door te kijken welke vrijheden noodzakelijk zijn voor een goede manier van leven en zetten nuttige programma's in voor het kweken van een gemeenschap gebaseerd op welwillendheid, medewerking en samenwerking. Onze criteria voor vrije software definiëren vrijheden die de gebruikers van een programma moeten hebben zodat ze binnen een gemeenschap kunnen samenwerken.

Wij staan voor de vrijheid van programmeurs alsook voor die van andere gebruikers. De meesten van ons zijn programmeurs en we willen vrijheid voor onszelf en voor jou. Maar ieder van ons gebruikt ook software geschreven door anderen en we willen die software vrijelijk kunnen gebruiken, niet alleen onze eigen software. Wij zijn voor vrijheid van alle gebruikers, of ze nu veel programmeren, weinig of helemaal niet.

De enige vrijheid die we niet toestaan is “de vrijheid om een willekeurige licentie te gebruiken voor de software die je maakt”. Dit verwerpen we omdat het eigenlijk een vorm van macht is, geen vrijheid.

Dit onderscheid wordt vaak over het hoofd gezien maar is erg belangrijk. Vrijheid betekent de mogelijkheid om beslissingen te nemen die voornamelijk betrekking hebben op jezelf. Macht betekent de mogelijkheid beslissingen te nemen die meer van invloed zijn op anderen. Wanneer we macht met vrijheid verwarren zijn we niet meer in staat de echte vrijheid te verdedigen.

Private software is een uitoefening van macht. Het auteursrecht geeft software ontwikkelaars die macht, zodat zij, en alleen zij, de regels kunnen bepalen die anderen wordt opgelegd.—slechts weinigen beslissen over deze regels voor iedereen, meestal door hen vrijheid te ontnemen. Wanneer gebruikers niet de vrijheden hebben die vrije software hen biedt dan kunnen ze er niet achter komen wat de software eigenlijk doet, kunnen niet controleren op achterdeurtjes, kunnen geen mogelijke wormen en virussen in de gaten houden, kunnen er niet achter komen welke persoonlijke gegevens er worden doorgegeven (of dit stoppen wanneer ze er wel achter komen). Wanneer het stuk gaat kunnen ze het niet repareren; ze moeten wachten totdat de ontwikkelaar zijn macht aanwendt om dit te doen. Als het gewoon niet precies is wat ze wilden zitten ze er mee opgescheept. Ze kunnen elkaar niet helpen de software te verbeteren.

Private software ontwikkelaars zijn meestal bedrijven. Wij van de vrije software beweging hebben niets tegen het zakenleven maar we hebben gezien wat er kan gebeuren wanneer een softwarebedrijf de “vrijheid” krijgt om willekeurige regels op te leggen aan gebruikers van software. Microsoft is daarbij een lichtend voorbeeld van hoe de ontzegging van vrijheden van gebruikers kan leiden tot directe schade maar zij zijn niet de enige. Ook al is er geen monopolie dan nog schaadt private software de maatschappij. Een keuze tussen overheersers is geen vrijheid.

De discussies over rechten en plichten voor software heeft zich voornamelijk toegespitst op alleen de belangen van de programmeurs. Slechts weinigen programmeren regelmatig en nog minder mensen zijn eigenaar van private software bedrijven. Maar de gehele ontwikkelde wereld gebruikt tegenwoordig software en kan niet meer zonder. Software ontwikkelaars bepalen dus tegenwoordig hoe de wereld zaken doet, communiceert, geamuseerd wordt en leeft. De ethische en politieke vraagstukken hieromtrent worden daarbij niet opgelost met het begrip: “keuzevrijheid (alleen voor ontwikkelaars)”.

Wanneer “de code de wet is,” (1) dan is de hamvraag: wie moet er zeggenschap hebben over de code —jij of een kleine elite? Wij geloven dat jij die zeggenschap zou moeten hebben en je dit geven is het doel van Vrije Software.

Wij geloven dat je zelf zou moeten kunnen beslissen wat je doet met de software die je gebruikt; dat is echter niet wat de wet op dit moment voorschrijft. De huidige auteurswet plaatst ons in een machtspositie ten opzichte van de gebruikers van onze code, of we dat nu leuk vinden of niet. Het morele antwoord op deze situatie is om iedere gebruiker vrij te verklaren, net zoals de burgerrechten er zijn om de regering zijn macht te laten gelden door iedere burger zijn vrijheid te garanderen. Daarvoor hebben we de GNU GPL: hij geeft jou zeggenschap over het gebruik van de software en beschermt je tegelijkertijd tegen anderen die graag macht op je uitoefenen.

Terwijl meer en meer gebruikers zich realiseren dat de code de wet is, en het gevoel ze bekruipt dat ook zij recht op vrijheid hebben, zal men het belang in gaan zien van de vrijheden waarvoor wij vechten, net zoals meer en meer gebruikers de praktische waarde van de door ons ontwikkelde vrije software zijn gaan waarderen.

Voetnoten

William J. Mitchell, City of Bits: Space, Place, and the Infobahn (Cambridge, Mass.: MIT Press, 1995), p. 111, as quoted by Lawrence Lessig in Code and Other Laws of Cyberspace, Version 2.0 (New York, NY: Basic Books, 2006), p. 5.

Dit artikel is gepubliceerd in Free Software, Free Society: The Selected Essays of Richard M. Stallman.