Deze vertaling bevat nog niet de wijzigingen die zijn gemaakt sinds 2022-11-23 in het originele Engelstalige artikel.

Je zou kunnen kijken naar deze wijzigingen. Lees ook de handleiding voor vertalingen voor informatie over het onderhouden van vertalingen van dit artikel.

Indeling van vrije en niet-vrije software

[Indeling van software]

Dit diagram van Chao-Kuei laat de indeling zien van de verschillende software categorieën. Het is beschikbaar in Scalable Vector Graphic of XFig-formaat onder de GNU GPL v2 (of hogere) licentie, de GNU FDL v1.2 (of hoger), of de Creative Commons Attribution-Share Alike v2.0 (of hoger).

Vrije software

Vrije software is software met daarbij toestemming aan eenieder om de software te gebruiken, kopiëren en/of verder te verspreiden, in dezelfde toestand of met wijzigingen, hetzij gratis danwel voor een bijdrage. Meer specifiek betekent dit dat er broncode beschikbaar moet zijn. “Als er geen bron is, is het geen software.” Dit is een vereenvoudigde definitie. Zie ook de volledige definitie.

Als een programma vrij is kan het opgenomen worden in een vrij besturingssysteem zoals GNU, of in vrije versies van het GNU/Linux-systeem.

Er zijn vele mogelijkheden waarop een programma vrij kan worden—vele details, die op verschillende manieren kunnen worden ingevuld kunnen nog steeds een vrij programma tot gevolg hebben. Een aantal mogelijke variaties wordt hieronder beschreven. Voor meer informatie over specifieke softwarelicenties, zie het licentie-overzicht.

Vrije software gaat over vrijheid, niet om “vrij van kosten”. Softwarebedrijven die niet-vrije software ontwikkelen gebruiken echter soms de term “free software” waarmee ze naar de prijs verwijzen. Soms bedoelen ze dat je een kopie van de executeerbare code gratis kan krijgen; soms bedoelen ze dat er een kopie is geïnstalleerd op de computer die je koopt. Dit heeft niets te maken met wat wij binnen het GNU-project bedoelen met “free software”.

Controleer dus altijd de voorwaarden waarop de software wordt aangeboden wanneer een bedrijf zegt vrije software te verkopen om mogelijke verwarring te voorkomen. Soms voldoen die inderdaad aan de term vrije software maar soms ook niet.

Veel talen, waaronder het Nederlands, hebben twee verschillende woorden voor “free” voor de betekenissen vrij en gratis. Het Engelse woord “gratis” bestaat ook en verwijst redelijk ondubbelzinnig naar prijs. Er is helaas geen Engels ondubbelzinnig equivalent voor vrijheid. Als je dus een andere taal, zoals Nederlands, spreekt raden we je aan het te vertalen naar het woord dat verwijst naar het begrip vrijheid. Zie ook onze lijst van vertalingen van de term “free software” naar diverse andere talen.

Vrije software is vaak betrouwbaarder dan niet-vrije software.

Open-bron-software

Met de term “open bron”-software bedoelt men meestal dezelfde categorie als vrije software. Het is echter niet geheel van dezelfde soort: ze accepteren soms andere licenties die wij als te beperkend ervaren en er bestaan vrije licenties die men in de open-bron-categorie niet accepteert. De verschillen zijn echter klein: we kennen maar een paar gevallen waarvan de broncode open bron is maar niet vrij. In principe kan het ook gebeuren dat een vrij programma niet als open bron wordt geaccepteerd, maar we kennen geen enkel geval waarbij dit echt is gebeurd.

Wij gebruiken bij voorkeur de term “vrije software” omdat dit verwijst naar vrijheid en de term “open bron” niet.

Software in het publieke domein

Software in het publieke domein is software waarop geen auteursrecht van toepassing is. Wanneer de broncode zich in het publieke domein bevindt, is dit een speciaal geval van vrije software zonder auteursplicht, wat inhoud dat sommige kopiën of gewijzigde versies misschien helemaal niet vrij zijn.

In sommige gevallen is het uitvoerbare programma in het publieke domein, maar de bijbehorende broncode kan men niet krijgen. Dat is dus geen vrije software omdat die toegang tot de broncode vereist. Overigens is de meeste vrije software niet openbaar; er rust auteursrecht op en de auteurs hebben toestemming gegeven het in vrijheid te gebruiken met behulp van een vrije-software-licentie.

Soms gebruikt men ietwat slordig de term “publiek domein” en bedoelt men “vrij” of “gratis beschikbaar”. “Publiek domein” is echter een juridische term en betekent “auteursrechtenvrij”. Wij adviseren om voor de duidelijkheid de term “publiek domein” alleen in zijn juridische betekenis te gebruiken en voor andere begrippen ook de andere termen te hanteren.

De conventie van Bern, die door de meeste landen is ondertekend, heeft bepaald dat alles wat wordt opgeschreven ook automatisch onder het auteursrecht valt. Dit geldt ook voor programma's. Wanneer je dus je programma openbaar wilt hebben (in het “publieke domein”), zul je juridische stappen moeten ondernemen om af te zien van het auteursrecht; anders valt het hier automatisch onder.

Auteursplichtige software

Auteursplichtige software is vrije software waarin is bepaald dat bij verspreiding alle kopieën van alle versies dezelfde bepalingen voor verspreiding hebben. Dat betekent bijvoorbeeld dat auteursplichtige licenties bepalen dat anderen er geen extra bepalingen aan toe mogen voegen en dat men verplicht is de programmacode er bij te leveren. Dit als bescherming tegen in gebruik zijnde technieken om een programma een private status te geven.

Sommige auteursplichtige licenties als de GPL versie 3, blokkeren andere technieken om een programma om te zetten naar een niet-vrije versie, analoog aan de tivo-techniek.

In het GNU-project maken we bijna alle software die we creëren auteursplichtig omdat het ons streven is om iedere gebruiker de vrijheid te geven die de term “vrije software” suggereert. Zie het artikel over auteursplicht voor een uitleg over hoe deze “auteursplicht” werkt en waarom we het gebruiken.

Auteursplicht is een algemeen begrip; voor het auteursplichtig maken van een programma moet je een set distributievoorwaarden toepassen. Er zijn vele mogelijkheden om een dergelijke set op te stellen. In theorie zouden er dus ook meerdere auteursplichtige vrije-software-licenties kunnen zijn. In de praktijk echter gebruikt bijna alle auteursplichtige software de GNU General Public License. Twee verschillende licenties met auteursplicht erin zijn meestal niet te verenigen. Dit betekent dat je de code niet samen mag voegen onder één licentie. Het is dus in het belang van de gemeenschap wanneer men slechts één licentie-type gebruikt.

Niet-auteursplichtige, vrije software

Niet-auteursplichtige, vrije software heeft de toestemming van de auteur om te her-distribueren en veranderen maar ook de toestemming om meer beperkingen op te leggen.

In dit geval kunnen er dus kopiën en gewijzigde versies in omloop zijn die helemaal geen vrije software zijn. Een softwarebedrijf kan het programma, met of zonder wijzigingen, compileren en de executeerbare code verspreiden als een privaat product.

Het X-Window systeem is hier een voorbeeld van. Het X Consortium bracht X11 uit met distributievoorwaarden waarmee het niet-auteursplichtige, vrije software is. Als je wil kun je een kopie krijgen met deze voorwaarden en deze kopie is dan vrij. Er waren echter ook niet-vrije kopiën en populaire werkstations en grafische PC-kaarten die alleen op dat soort versies werkten. Wanneer je deze hardware gebruikt dan is X11 voor jou geen vrije software. X11-ontwikkelaars brachten zelfs een tijdje niet-vrije X11-versies uit.

Software met een toegeeflijke licentie

Voorbeelden van toegeeflijke licenties zijn de X11-licentie en de twee BSD-licenties. Deze staan bijna alle soorten gebruik van de code toe, inclusief er private programma's van maken, met of zonder aanpassingen in de broncode.

Software met een GPL-licentie

De GNU GPL (General Public License of Algemene Openbare Licentie) is een bepaalde verzameling distributievoorwaarden voor het auteursplichtig maken van een programma. Het GNU-project gebruikt deze voorwaarden voor de meeste GNU-software.

Om vrije software gelijk te stellen aan software met een GPL-licentie is dus fout.

Het GNU-besturingssysteem

Het GNU-besturingssysteem is het besturingssysteem, lijkend op Unix, dat wij sinds 1984 in het GNU-project aan het ontwikkelen zijn.

Een op Unix geënt besturingssysteem bestaat uit vele programma's. Het GNU-systeem bevat alle GNU-software, alsook veel andere software zoals het X-Window systeem en TeX, wat geen GNU-software is.

De eerste complete testversie van het GNU-systeem kwam uit in 1996. Hierin zit GNU Hurd, onze kernel, sinds 1990 in ontwikkeling. In 2001 begon het GNU-systeem (met GNU Hurd) aardig stabiel te worden maar Hurd ontbeert nog belangrijke functionaliteit en wordt daarom niet veel gebruikt. Intussen is het GNU/Linux-systeem, een afsplitsing van het GNU systeem met Linux als kernel in plaats van Hurd, sinds 1990 reeds een groot succes. Dit geeft aan dat het GNU-systeem geen statische verzameling programma's is; gebruikers en distributeurs kunnen verschillende pakketten samenstellen al naar gelang hun voorkeur en behoefte. Het resultaat is nog steeds een variant op het GNU-systeem.

Omdat het streven van GNU is om vrij te zijn, moet ieder onderdeel van het GNU-besturingssysteem vrije software zijn. Het hoeft echter niet allemaal auteursplichtig te zijn, alle soorten vrije software kunnen worden gebruikt, als hiermee bepaalde technische doelen bereikt kunnen worden.

GNU-programma's

“GNU-programma's” is hetzelfde als GNU-software. Een programma Foo is een GNU-programma als het GNU-software is. We zeggen ook wel eens: het is een “GNU-pakket”.

GNU-software

GNU-software is software die is uitgebracht onder auspiciën van het GNU-project. Als een programma GNU-software is zeggen we ook wel dat het een GNU-programma is of een GNU-pakket. De “lees-mij” of handleiding zou dit moeten vermelden. Verder vermeldt het Overzicht vrije software alle GNU-pakketten.

De meeste GNU-software is auteursplichtige software, maar niet allemaal; alle GNU-software moet echter wel vrije software zijn.

Sommige GNU-software is gemaakt door personeel van de Free Software Foundation maar verreweg de meeste software wordt bijgedragen door vrijwilligers. (Sommige vrijwilligers worden betaald door bedrijven of universiteiten, maar voor ons zijn zij vrijwilligers.) Sommige bijdragen hebben het auteursrecht van de FSF, andere hebben het auteursrecht van degene die de bijdrage leverde.

GNU-software onder FSF-auteursrecht

Ontwikkelaars van GNU-pakketten kunnen de auteursrechten overdragen aan de FSF of zelf behouden. Aan hen de keus.

Wanneer ze de rechten aan de FSF hebben overgedragen wordt het GNU-software met FSF-auteursrechten en kan de FSF de licentierechten uitoefenen. Wanneer ze de auteursrechten zelf houden moeten ze deze ook zelf verdedigen.

De regel is dat de FSF geen auteursrechten accepteert van software die geen officieel GNU-pakket is.

Niet-vrije software

Niet-vrije software is software die niet vrij is. Het gebruik ervan, de verspreiding en/of het wijzigen ervan is niet toegestaan. Of je moet om toestemming vragen of er gelden dusdanige beperkingen dat je het niet vrijelijk kunt gebruiken.

Private software

Private software is een andere naam voor niet-vrije software. In het verleden maakten we onderscheid tussen “semi-vrije software”, die op niet-commerciële basis kan worden gewijzigd en verspreid, en “private software”, waarbij dit niet kon. We hebben dit onderscheid losgelaten en gebruiken “private software” als synoniem voor niet-vrije software.

De Free Software Foundation heeft als regel dat we geen private (niet-vrije) software op onze computers installeren, hooguit tijdelijk met het doel om een vrije variant van dat programma te maken. Afgezien van het bovenstaande, zien wij verder geen excuus voor het installeren van private programma's.

Wij vonden het bijvoorbeeld aanvaardbaar om in de tachtiger jaren Unix op onze machines te installeren daar we dit gebruikten om er een vrije vervanger van Unix mee te schrijven. Het excuus is niet meer geldig omdat er tegenwoordig vrije besturingssystemen zijn; we hebben alle niet-vrije besturingssystemen weggedaan en iedere nieuwe machine moet nu uitgerust worden met een volledig vrij besturingssysteem.

We staan er niet op dat andere gebruikers van GNU, of vrijwilligers van GNU, ook volgens deze regel leven. We hebben de regel voor onszelf ingevoerd. We hopen echter dat jij zal besluiten dit voorbeeld te volgen, ook voor je eigen vrijheid.

Freeware

De term “freeware” heeft geen eenduidige definitie maar wordt meestal gebruikt voor softwarepakketten die wel verspreid mogen worden maar niet veranderd (en de broncode is niet beschikbaar). Dit soort pakketten zijn geen vrije software, dus gebruik alsjeblieft niet de term “freeware” als je eigenlijk vrije software bedoelt.

Shareware

“Shareware” is software die iedereen mag verspreiden maar die betaald moet worden zodra je die kopie ook echt voor langere tijd gaat gebruiken.

Shareware is geen vrije software, of zelfs maar semi-vrij. Hiervoor zijn twee redenen:

  • De broncode van de meeste shareware is niet beschikbaar en dus kun je het programma helemaal niet veranderen.
  • Shareware geeft geen toestemming om het te kopiëren en installeren zonder de licentie te betalen, ook niet voor personen die het alleen gebruiken zonder winstoogmerk (In praktijk negeren veel mensen deze bepalingen en gebruiken de software toch, maar de bepalingen staan het niet toe).

Privé-software

Privé- of maatsoftware is software die ontwikkeld is voor één gebruiker (meestal een organisatie of bedrijf). Die gebruiker houdt dat programma, gebruikt het en geeft het niet vrij aan derden, niet in broncode of binaire vorm.

Een privé-programma is (op een nogal triviale manier) vrije software als de enige gebruiker de vier vrijheden heeft. Als de gebruiker volledige rechten heeft voor het privé-programma is het programma vrij. Echter, als de gebruiker kopieën verspreidt naar anderen en de vier vrijheden hier niet bijlevert, zijn deze kopieën geen vrije software.

Vrije software is een kwestie van vrijheid, niet van toegang. In principe vinden we niet dat het fout is om een programma te ontwikkelen en het niet te verspreiden. Er zijn gevallen waar een programma zo belangrijk is dat men kan beargumenteren dat het niet verspreiden ervan verkeerd is voor de mensheid. Zulke gevallen zijn echter zeldzaam. De meeste programma's zijn niet zo belangrijk en het achterhouden is dan ook niet verkeerd. Er is dus geen conflict tussen maatsoftware en de beginselen van de vrije-software-beweging.

Het meeste werk voor programmeurs betreft het ontwikkelen van dit soort programma's op maat; het werk hierin zou dus gedaan kunnen worden op een manier die verenigbaar is met de vrije software beweging.

Commerciële software

“Commercieel” en “privaat” (niet-vrij) is niet hetzelfde! Commerciële software is software die ontwikkeld wordt door bedrijven met het doel geld te verdienen aan het gebruik van die software. De meeste commerciële software is ook privaat maar er bestaat ook commerciële vrije software en niet-commerciële, niet-vrije software.

GNU Ada wordt bijvoorbeeld verspreid onder de GNU GPL en iedere kopie is vrije software; maar de ontwikkelaars verkopen onderhoudscontracten op de software. Wanneer hun verkopers met mogelijke klanten praten zullen deze soms zeggen: “we vinden het veiliger om een commerciële compiler te kopen”. Het antwoord van de verkopers hierop is: “GNU Ada is een commerciële compiler; het is toevallig ook nog vrije software.”

Voor het GNU-project ligt het zwaartepunt andersom: het belangrijkste is dat de compiler GNU Ada vrije software is; dat het ook commercieel is is slechts een detail. De extra ontwikkeling die plaatsvindt doordat de compiler commercieel is, is echter mooi meegenomen.

Help alsjeblieft mensen te realiseren dat commerciële vrije software best mogelijk is. Je kan dit doen door niet het woord “commercieel” te gebruiken als je eigenlijk “privaat” (niet-vrij) bedoelt.