Dit is een vertaling van een Engelstalige pagina.

Vrije software uitbrengen wanneer je op een universiteit werkt

Bij de vrije-softwarebeweging geloven we dat computergebruikers de mogelijkheid moeten hebben om vrijelijk de software die ze gebruiken te veranderen en te kopiëren. Het “vrije” in vrije software slaat op vrijheid. Het betekent de vrijheid om programma's te gebruiken, te veranderen en wederom te distribueren. Vrije software vergroot de kennis van de mensheid, niet-vrije software doet dat niet. Universiteiten zouden daarom vrije software moeten steunen, om zo de kennis te vergroten net zoals ze wetenschappers en studenten aanmoedigen om hun onderzoek te publiceren.

Helaas vertonen veel universiteitsbestuurders een inhalige mentaliteit met betrekking tot software (en wetenschap); zij zien software als een kans op inkomsten, niet als een kans om meer kennis te vergaren. Vrije software ontwikkelaars moeten al 20 jaar tegen deze neiging opboksen.

Toen ik in 1984 begon met de ontwikkeling van het GNU besturingssysteem heb ik allereerst ontslag genomen bij het MIT (technische hogeschool van Massachussets). Dit deed ik om te voorkomen dat de licentie-afdeling van het MIT mij zou kunnen dwarsbomen in het uitbrengen van GNU als vrije software. Ik had het plan voor een licentie voor GNU die zou garanderen dat veranderde versies van het programma ook vrije software bleven, een benadering die aanleiding gaf tot de GNU General Public License (GNU GPL - GNU algemene, openbare licentie) en ik had geen zin om de MIT bestuurders te smeken dit te mogen gebruiken.

Door de jaren heen hebben al veel universiteitsmedewerkers contact gezocht met de vrije software beweging en gevraagd om advies over hoe om te gaan met bestuurders die software alleen zien als inkomstenbron. Een aanrader hierbij, die je ook kunt toepassen voor specifiek gesubsidieerde projecten, is om je werk te baseren op een stuk software dat al onder de GNU GPL valt. Dan kun je de bestuurders namelijk meedelen: “We mogen deze gewijzigde versie alleen uitbrengen onder de GNU GPL—op iedere andere wijze zouden we de licentie-bepalingen overtreden”. Nadat de euro-tekens uit hun ogen zijn verdwenen zullen ze meestal berusten in het uitbrengen van vrije software.

Je kunt ook je geldschieter om hulp vragen. Toen een groep aan het NYU (Universiteit van New York) de GNU Ada compiler ging ontwikkelen met sponsoring van de Amerikaanse luchtmacht, had men specifiek in het contract laten opnemen dat de resulterende broncode aan de Free Software Foundation zou worden geschonken. Regel dit eerst met je geldschieter en vervoeg je vervolgens netjes bij het bestuur met de mededeling dat hierover niet te onderhandelen valt. Ze hebben liever een contract om vrije software te ontwikkelen dan helemaal geen contract dus zullen ze waarschijnlijk wel akkoord gaan.

Wat je ook doet, snijd het probleem snel aan—zeker voordat het programma al half af is. Op dat moment heeft de universiteit je nog nodig en dus kun je het hard spelen: vertel het bestuur dat je het programma zult afmaken, het programma bruikbaar maken wanneer ze akkoord gaan met jouw keuze voor de vrije-softwarelicentie voor het programma en dit ook zwart-op-wit hebben gezet. Anders zul je slechts genoeg doen om er een scriptie over te kunnen maken en nooit een versie maken die goed genoeg is om uit te brengen. Wanneer het bestuur beseft dat ze de keuze hebben tussen een vrij softwarepakket wat gunstig afstraalt op de universiteit of helemaal niets, dan zullen ze meestal voor het eerste kiezen.

De FSF kan je universiteit soms overhalen om de GNU General Public License te accepteren, of GPL versie 3. Als dat je alleen niet lukt, geef ons dan alsjeblieft de mogelijkheid om te helpen. Stuur een e-mail naar licensing@fsf.org en zet “urgent” in het onderwerp.

Niet alle universiteiten hebben een inhalig beleid. De universiteit van Texas bijvoorbeeld heeft richtlijnen die het heel gemakkelijk maken om software onder de GNU GPL uit te brengen. Univates in Brazilië en het International Institute of Information Technology in Hyderabad, India, hebben een voorkeursbeleid voor het publiceren van vrije software onder de GPL. Door dit eerst tot faculteitsbeleid te maken kun je wellicht in een later stadium dit tot universiteitsbeleid promoveren. Breng het als een principe-kwestie: heeft de universiteit een missie om kennis te vergaren of is het enige doel het in stand houden van de universiteit?

Bij het overtuigen van de universiteit helpt het om standvastig te zijn en het vanuit een ethisch perspectief te brengen, zoals we dit ook doen in de vrije-softwarebeweging. Wil je mensen ethisch verantwoord bejegenen dan moet software vrij zijn voor iedereen.

Een hoop ontwikkelaars van vrije software verklaren meer specifieke redenen te hebben om dit te doen: ze steunen het veranderen en delen van software om zo sneller software te kunnen maken die robuust en krachtig is. Als dit je motivator is om vrije software te ontwikkelen dan is dat prima, en bedankt voor je bijdrage. Maar met dit soort waarden sta je niet sterk tegenover een universiteitsbestuur dat probeert het programma toch onvrij te maken.

Ze kunnen bijvoorbeeld het volgende beweren: “We kunnen het programma nog krachtiger en robuuster maken met al het geld dat we er voor kunnen krijgen”. Dit kan later wellicht blijken niet te kloppen maar het is moeilijk om van tevoren het tegendeel te bewijzen. Ze stellen wellicht voor om het uit te brengen onder een licentie die bepaald dat kopiëren mag, gratis maar alleen voor onderwijsdoeleinden, wat in wezen zegt dat mensen in zijn algemeenheid geen vrijheid verdienen. Ze zouden verder betogen dat dit medewerking van andere universiteiten zal stimuleren en dat dat eigenlijk alles is wat je (volgens hen) nodig hebt.

Als je uitgaat van die “pragmatische” beweegredenen dan is het moeilijk om dit soort uitzichtloze voorstellen af te wijzen. Het wordt al een stuk eenvoudiger wanneer je je kunt beroepen op ethische en politieke waarden. Wat heb je eraan een programma krachtig en robuust te maken ten koste van de vrijheid van gebruikers? Zou vrijheid niet net zo hard buiten de academische wereld moeten gelden als daarbinnen? De antwoorden zijn vanzelfsprekend wanneer je vrijheid en gemeenschap als je doelen hebt. Vrije software respecteert de vrijheid van gebruikers, niet-vrije software ontkent het.

Niets is zo motiverend als te weten dat de vrijheid van de gemeenschap in één geval van jouw afhangt.