Deze vertaling bevat nog niet de wijzigingen die zijn gemaakt sinds 2021-11-02 in het originele Engelstalige artikel.

Je zou kunnen kijken naar deze wijzigingen. Lees ook de handleiding voor vertalingen voor informatie over het onderhouden van vertalingen van dit artikel.

Het GNU-manifest

Het GNU-manifest hieronder is in 1985 geschreven door Richard Stallman om ondersteuning te vragen bij de ontwikkeling van het GNU-besturingssysteem. Gedeelten van het manifest komen nog uit de originele aankondiging in 1983. Tot 1987 heeft het manifest kleine wijzigingen doorgemaakt om het relevant te houden; sindsdien lijkt het het beste om het daarbij te houden.

Sindsdien zijn we tegen een paar vaak voorkomende misverstanden aangelopen, veroorzaakt door onduidelijke bewoordingen. Na 1993 zijn daarom voetnoten toegevoegd op plaatsen waar dat nodig was.

Als je het GNU/Linux-systeem wilt installeren, raden we één van de GNU/Linux-distributies met 100% vrije software aan. Mocht je willen helpen, kijk dan op http://www.gnu.org/help.

GNU is een project van de vrije-softwarebeweging, een campagne voor de vrijheid voor softwaregebruikers. Het is niet juist om GNU te associëren met “open bron” (“open source”)— die term is in 1998 geïntroduceerd door mensen die het niet eens zijn met de ethische waarden van de vrije-softwarebeweging. Zij gebruiken die term om een amorele benadering te promoten over hetzelfde onderwerp.

Wat is GNU? Gnu is niet Unix!

GNU, een afkorting van Gnu's Not Unix, is de naam van het complete softwaresysteem dat ik aan het schrijven ben dat uitwisselbaar is met Unix, met de bedoeling het aan iedereen te geven die het kan gebruiken.(1) Meerdere vrijwilligers helpen mee. Er is behoefte aan bijdragen in de vorm van tijd, geld, programma's en apparatuur.

Tot nu toe hebben we een Emacs texteditor, met Lisp voor het schrijven van commando's, een broncode-debugger, een parser-generator als yacc, een linker, en ongeveer 35 hulpprogramma's. Een shell (commando-interpreter) is bijna klaar. Een nieuwe, optimaliserende C-compiler heeft zichzelf al gecompileerd, en zal misschien dit jaar uitkomen. Het begin van een kernel is er al, maar om Unix te kunnen nabootsen heeft deze nog veel meer functionaliteit nodig. Zodra de kernel en de compiler af zijn, zal het mogelijk zijn om een GNU-systeem uit te brengen waarmee programma's ontwikkeld kunnen worden. Als zetsysteem zullen we TeX gebruiken, hoewel er ook aan een versie van nroff gewerkt wordt. Ook zullen we het gratis, en bovendien hardware-onafhankelijke X Window Systeem gebruiken. Hierna brengen we een eenvoudig over te zetten Common Lisp, een Empire spel, een spreadsheet, en honderden andere dingen uit, voorzien van online documentatie. We hopen uiteindelijk alles wat een Unix-systeem bruikbaar maakt aan te kunnen bieden.

GNU zal Unix-programma's kunnen draaien, maar zal geen identieke kopie zijn van Unix. We zullen waar we kunnen verbeteringen aanbrengen, gebaseerd op onze ervaring met andere besturingssystemen. In het bijzonder willen we langere bestandsnamen, bestandsversies, een bestandssysteem dat een kapotte schijf kan overleven, automatisch aanvullen van bestandsnamen, hardware-onafhankelijke beeldschermondersteuning, en misschien uiteindelijk een op Lisp gebaseerd venstersysteem waardoor meerdere Lisp-programma's en gewone Unix-programma's één scherm kunnen delen. C en Lisp zullen allebei gebruikt kunnen worden als systeemprogrammeertaal. We zullen proberen om UUCP, MIT Chaosnet en de Internet-protocollen voor communicatie te ondersteunen.

GNU is gericht op machines met virtueel geheugen, in de 68000/16000 klasse, omdat het op deze machines het makkelijkst te implementeren is. De extra inspanning die nodig is om het op eenvoudiger computers te laten werken zal worden overgelaten aan degenen die GNU op dit soort machines wil draaien.

Om spraakverwarring te voorkomen: De g in ‘GNU’ dient uitgesproken te worden.

Waarom ik GNU moet schrijven

Ik beschouw het als een Gulden Regel dat wanneer ik een programma waardeer, ik dit programma met anderen die het ook waarderen moet kunnen delen. Softwareverkopers willen de gebruikers verdelen om te kunnen heersen, dus ze dwingen iedere gebruiker de programma's niet met anderen te delen. Ik weiger om op deze manier mijn solidariteit met anderen op te geven. Het is onmogelijk voor mij om in eer en geweten een geheimhoudingsverklaring of een licentieovereenkomst te tekenen. Jarenlang heb ik in het laboratorium voor kunstmatige intelligentie gevochten om deze en andere ongastvrijheden tegen te gaan, maar uiteindelijk gingen ze te ver: ik kon niet in een instelling aanblijven waar zulke dingen tegen mijn wil gedaan werden.

Omdat ik in staat wil zijn om op mijn manier met computers om te kunnen blijven gaan, heb ik besloten om voldoende vrije software te vergaren, zodat ik geen niet-vrije software hoef te gebruiken. Ik heb ontslag genomen bij het KI lab om te zorgen dat het MIT niet op wettelijke gronden kan voorkomen dat ik GNU weggeef.(2)

Waarom GNU uitwisselbaar zal zijn met Unix

Unix is niet mijn ideale systeem, maar het is ook niet slecht. De grondslagen van Unix lijken degelijk te zijn, en ik denk dat ik Unix' tekorten kan aanvullen zonder deze te verknoeien. En een systeem wat En een systeem dat uitwisselbaar is met Unix is natuurlijk veel makkelijker om op over te stappen voor de vele Unix-gebruikers.

Hoe GNU gepubliceerd zal worden

GNU zit niet in het publieke domein. Iedereen mag het aanpassen en verspreiden, maar niemand mag de voorwaarden waaronder het verspreid wordt beperken. Daarmee bedoel ik dat private wijzigingen niet zijn toegestaan. Ik wil de vrijheid van alle GNU-versies veilig stellen.

Waarom veel programmeurs mee willen helpen

Ik heb vele andere programmeurs gevonden die enthousiast zijn over GNU, en graag mee willen helpen.

Veel programmeurs zijn ontevreden met de vercommercialisering van de systeemsoftware. Ze verdienen erdoor wel meer geld, maar ze moeten andere programmeurs als concurrenten zien, in plaats van als kameraden. De vriendschap tussen programmeurs uit zich in het delen van programma's. De huidige marketing verbiedt programmeurs om anderen als vrienden te behandelen. De softwarekoper moet kiezen tussen vriendschap of de wet. Velen kiezen natuurlijk voor het eerste, maar mensen die in de wet geloven voelen zich daarbij niet op hun gemak. De cynici gaan geloven dat programmeren enkel broodwinning is.

Door GNU te gebruiken in plaats van private programma's kunnen we vriendelijk zijn tegen iedereen èn de wet respecteren. GNU kan daarbij als een voorbeeld en baken dienen om anderen te inspireren om ons te helpen. Dit kan ons een gevoel van harmonie geven dat je niet kunt krijgen bij het gebruik van niet-vrije software. Ongeveer de helft van alle programmeurs waar ik mee praat vindt dit belangrijker dan geld.

Hoe jij kunt helpen

(Kijk tegenwoordig eerst op de lijst met projecten met hoge prioriteit en de lijst GNU hulp gevraagd, de algemene takenlijst voor GNU-softwarepakketten. Voor andere mogelijkheden, zie de gids: helpen met het GNU-besturingssysteem.)

Ik vraag computerfabrikanten om bijdragen in de vorm van computers en geld. Ik vraag individuen om bijdragen in de vorm van programma's en werk.

Als je computersystemen doneert kun je verwachten dat GNU als eerste op deze systemen zal draaien. De machines moeten complete, bruikbare systemen zijn, geschikt voor gebruik in woonwijken, en ze moeten geen ingewikkelde koeling- of energievoorziening eisen.

Ik heb ontdekt dat erg veel programmeurs bereid zijn om in deeltijd aan GNU mee te werken. Coördinatie is vaak een probleem voor dit soort deeltijdprojecten omdat de delen niet goed samenwerken maar voor Unix bestaat dit probleem niet. Een compleet werkend Unix systeem bevat honderden programma's, elk apart gedocumenteerd. De koppeling wordt bepaald door uitwisselbaarheid met Unix. Als iedere medewerker een werkend alternatief voor een Unix-programma kan schrijven dat het origineel zo goed nabootst dat het naadloos aansluit in een Unix-systeem, zullen deze programma's ook onder GNU naadloos kunnen samenwerken. Zelfs als we rekening houden met de wet van Murphy's zal het geen onuitvoerbaar probleem worden. (De kernel zal natuurlijk een hechtere samenwerking eisen, en er zal door een kleine, hechte groep aan gewerkt worden.)

Met financiële bijdragen kan ik misschien een paar mensen deel- of voltijds in dienst nemen. Het salaris zal niet hoog zijn naar programmeurmaatstaven, maar ik zoek mensen voor wie gemeenschapsgevoel net zo belangrijk is als geld verdienen. Ik zie dit als een methode om toegewijde mensen in staat te stellen al hun aandacht op GNU te richten, zonder dat ze zich over geld zorgen hoeven te maken.

Waarom dit voordeel oplevert voor alle computergebruikers

Zodra GNU klaar is zal goede systeemsoftware net zo verkrijgbaar zijn als lucht.(3)

Dit betekent meer dan iedereen de kosten van een Unix-licentie besparen, het betekent dat veel dubbel werk wat nu gedaan wordt met het namaken van Unix vermeden zal worden. Deze besparing zal ten goede komen van de technologische vooruitgang.

De broncode van het complete systeem zal voor iedereen beschikbaar zijn. Dit betekent dat een gebruiker die aanpassingen aan het systeem wil maken, altijd in staat zal zijn om ze zelf te maken, of een programmeur of bedrijf aan te stellen om de aanpassingen voor hem te maken. Gebruikers zullen niet langer afhankelijk zijn van één programmeur of bedrijf wat het alleenrecht op de broncode heeft en als enige het recht en de mogelijkheden om veranderingen aan te brengen.

Scholen zullen een veel leerzamer systeem aan kunnen bieden door studenten aan te moedigen de broncode te bestuderen en te verbeteren. Het computerlab van Harvard had vroeger de regel dat geen programma op de computer mocht draaien waarvan de broncode niet ter inzage voor iedereen was, en hield zich aan de regel door bepaalde programma's niet toe te staan. Dit was een bron van inspiratie voor mij.

En als laatste, de kosten gemoeid met het bepalen wie nu eigenlijk de systeemsoftware bezit, en wat toegestaan is om te veranderen zullen niet meer bestaan.

Regelingen om mensen te laten betalen voor het gebruik van een programma, inclusief het licenseren van kopieën vormen een enorme maatschappelijke kostenpost vanwege het moeizame proces dat nodig is om uit te vogelen waarvoor een gebruiker moet betalen. En alleen een politiestaat kan iedereen dwingen om zich aan de regels te houden. Stel je een ruimtestation voor waar lucht schaars is, omdat het via een duur proces gemaakt moet worden. Iedereen per liter lucht laten betalen kan dan misschien wel eerlijk zijn, maar het is niet redelijk iedereen een gasmasker met een metertje er op te laten dragen, met TV camera's die in de gaten houden of iemand hem niet stiekem afneemt. Dan kun je beter de kosten van de luchtfabriek hoofdelijk omslaan en je al die moeite besparen.

Het overnemen van een programma, of delen daarvan, is iets dat voor een programmeur zo nuttig en natuurlijk is als ademen. Het hoort vrij te zijn.

Een paar bezwaren tegen de doelstellingen van GNU die makkelijk te weerleggen zijn

“Als het gratis is zal niemand het gebruiken, omdat ze geen ondersteuning krijgen.”

“Je moet geld voor de programma's vragen om de technische ondersteuning te kunnen betalen.”

Als mensen liever geld zouden betalen voor GNU mét service dan GNU gratis krijgen zonder service, lijkt het mij dat een bedrijf dat alleen service voor GNU programma's biedt toch met winst moet kunnen draaien.(4)

Je moet ook onderscheid maken tussen ondersteuning in de vorm van echt programmeerwerk, en ondersteuning in de vorm van begeleiding Op het eerste kun je bij een softwareverkoper niet vertrouwen. Als jij de enige bent met een specifiek probleem, dat zal de softwareverkoper zich niets van jouw klacht aantrekken.

Als jouw bedrijf op ondersteuning moet kunnen vertrouwen, is de enige écht veilige manier om alle broncode en hulpmiddelen zelf in huis te hebben, zodat je wie dan ook kunt aannemen om het probleem te verhelpen; je lot ligt niet in handen van de softwareverkoper. Bij Unix is de prijs voor de broncode te hoog om binnen het bereik van de meeste bedrijven te zijn. Met GNU zal dit eenvoudig zijn. Het kan zijn dat er geen competente krachten beschikbaar zijn, maar dit is niet aan GNU te wijten.

De gebruikers die niets van computers afweten hebben echter begeleiding nodig. Dingen die ze makkelijk zelf kunnen doen moeten voor hun gedaan worden omdat ze niet weten hoe het moet.

Dit soort diensten zouden verleend kunnen worden door bedrijven die uitsluitend begeleiding en reparatiediensten aanbieden. Als het waar is dat gebruikers liever geld betalen om service te krijgen, zullen ze ook bereid zijn om de service los te kopen, wanneer ze de programma's al gratis gekregen hebben. De serviceaanbieders zullen concurreren op kwaliteit en prijs, omdat gebruikers niet aan hen gebonden zijn. En gebruikers die dit soort diensten niet nodig hebben hoeven er ook niet voor te betalen.

“Het is niet mogelijk om veel mensen te bereiken zonder reklame, en dus moet je geld voor je programma's vragen om dit te kunnen betalen”

“Het heeft geen zin om reclame te maken voor een programma wat toch gratis is.”

Er zijn verschillende gratis of zeer goedkope media die aangewend kunnen worden om computergebruikers in grote getale over iets als GNU te informeren. Maar het kan waar zijn dat met reclame meer gebruikers te bereiken zijn. Als dit echt zo is moet een bedrijf dat aanbiedt voor een vergoeding GNU te kopiëren en te verzenden winstgevend genoeg zijn om advertenties te kunnen betalen. Op deze manier betalen alleen de gebruikers die baat hebben gehad bij die advertenties.

In het andere geval, als veel mensen GNU van vrienden krijgen, en zulke bedrijven niet succesvol zijn, zal dit bewijzen dat GNU geen reclame nodig had. Waarom zijn voorstanders van de vrije markt niet bereid de vrije markt dit te laten beslissen?(5)

“Mijn bedrijf heeft een commercieel besturingssysteem nodig om een voorsprong op de concurrentie te krijgen.”

GNU zal besturingssystemen uit de concurrentiestrijd verwijderen. Je zult op dit gebied geen voorsprong hebben op anderen, maar ook geen achterstand. Je zult met ze in andere gebieden moeten concurreren, niet op dit gebied. Als jouw bedrijf besturingssystemen verkoopt is dat jammer voor jou. Als jouw bedrijf iets anders verkoopt kan GNU voorkomen dat je de dure besturingssystemenbranche wordt ingeduwd.

Ik zou graag zien dat de ontwikkeling van GNU ondersteund wordt door donaties van fabrikanten en gebruikers, zodat de kosten voor ons allemaal gedrukt worden.(6)

“Verdienen programmeurs geen beloning voor hun creativiteit?”

Als iets een beloning verdient, zijn het wel bijdragen aan een gemeenschap. Creativiteit kan een bijdrage zijn, als de gemeenschap vrij is om de opbrengst te gebruiken. Als programmeurs beloond dienen te worden voor het scheppen van innovatieve programma's, dienen ze volgens dezelfde logica gestraft te worden als ze het gebruik van die programma's beperken.

“Mag een programmeur niet om een beloning voor zijn creativiteit vragen?”

Er is niets verkeerds aan het verwachten van loon voor je werk, net zomin als de doelstelling je inkomen toe te laten nemen, zolang de gebruikte middelen niet destructief zijn. Maar de middelen die op dit moment gangbaar zijn in de softwarebranche zijn dat wél.

Geld persen uit gebruikers van een programma door de mate waarin ze het mogen gebruiken te limiteren is destructief omdat de restricties de manieren en de mate waarin het programma kan worden gebruikt verminderen. Dit vermindert ook de hoeveelheid welvaart die de mensheid uit het programma kan halen. Waar moedwillig voor beperkingen wordt gekozen, is vernietiging een van de vervelende gevolgen.

De reden waarom een goede burger niet op deze manier probeert zichzelf te verrijken is omdat als iedereen dit zou proberen we allemaal een stuk armer zouden worden door de wederzijdse welvaartsvernietiging. Dit is gebaseerd op de ethiek van Kant, of de Gouden Regel. Omdat ik de gevolgen van het door iedereen hamsteren van informatie niet op prijs stel, kan ik het ook niet waarderen wanneer een enkeling het doet. Anders gezegd, het verlangen beloond te worden voor creativiteit is geen geldige reden om de wereld toegang tot creativiteit te ontzeggen.

“Zullen programmeurs nog wel geld verdienen?”

Ik zou kunnen antwoorden dat niemand gedwongen wordt om programmeur te worden. De meesten onder ons zijn niet in staat om geld te verdienen door op straat gekke gezichten te trekken. Maar dit betekent niet dat we hiertoe gedwongen zijn, er is een keuze.

Maar dit is een verkeerd antwoord, omdat het de veronderstelling die in de vraag zit voor waar aanneemt; Dat zonder private software programmeurs niet betaald kunnen worden.

De reden dat programmeurs niet van de honger zullen omkomen is dat het nog steeds mogelijk zal zijn om voor programmeren betaald te krijgen, zij het niet zoveel als nu.

Het beperken van de mate waarin software verspreid mag worden is niet de enige manier waarop handel kan worden gedreven in de softwarebranche. Het is de populairste(7), omdat het het meeste geld opbrengt. Als het verboden zou zijn, of als de consument het niet zou accepteren zouden softwarebedrijven andere manieren zoeken om geld te verdienen. En die zijn er altijd.

Programmeren zal op die nieuwe manier waarschijnlijk niet zo winstgevend zijn als het nu is, maar dat is geen argument tegen verandering. Het salaris dat administratief personeel nu ontvangt wordt niet als onrechtvaardig beschouwd, en als programmeurs hetzelfde zouden verdienen zou dit evenmin onrechtvaardig zijn. (In de praktijk zullen programmeurs echter meer verdienen dan dit salaris)

“Hebben mensen niet het recht om zelf te bepalen hoe hun creativiteit gebruikt wordt?”

Het recht om te bepalen hoe ideeën gebruikt worden is eigenlijk het recht om het leven van anderen te manipuleren, en meestal wordt dit recht niet ten goede gebruikt.

Mensen die het principe van intellectueel eigendom goed hebben bestudeerd(8) (zoals advocaten) zeggen dat er geen intrinsiek recht op intellectueel eigendom is. De soorten intellectueel eigendom erkend door de (Amerikaanse) overheid bestaan bij gratie van specifieke wetten gecreëerd voor specifieke doeleinden.

Het systeem van patenten bijvoorbeeld was uitgevonden om uitvinders aan te moedigen de details van hun uitvindingen openbaar te maken. Het doel was om de gemeenschap te helpen, niet de uitvinders. Toentertijd was de duur van 17 jaar voor een patent een korte periode, als je keek naar het tempo van de technologische vooruitgang. Omdat patenten alleen belangrijk zijn voor fabrikanten, voor wie de prijs van een licentie niks is vergeleken met de kosten van het opzetten van het fabricageproces, zijn patenten niet schadelijk voor mensen die een gepatenteerd product gebruiken.

Het principe van auteursrecht bestond in de oudheid niet; auteurs namen vrijelijk en vaak grote stukken tekst in hun eigen werk over. Dit was handig, en het is zelfs de enige manier waarop veel werken (gedeeltelijk) bewaard zijn gebleven. Het systeem van auteursrecht werd geïntroduceerd om publiceren te bevorderen. In de tijd waarin het uitgevonden werd, toen boeken alleen goedkoop konden worden gekopieerd op een drukpers, deed het geen kwaad, omdat het de lezers niet hinderde.

Het recht van intellectueel eigendom bestaat alleen bij de gratie van de maatschappij, omdat gedacht werd, terecht of onterecht, dat de maatschappij in zijn geheel er op vooruit zou gaan. Maar eigenlijk dient voor elke situatie opnieuw een afweging gemaakt te worden. Hebben we er echt voordeel van? Wat voor rechten geven we de persoon in kwestie eigenlijk.

Programma's vandaag de dag verschillen aanzienlijk van de boeken van honderd jaar geleden. De gemakkelijkste manier om een programma te verspreiden is door het door iedereen te laten kopiëren. Een programma heeft zowel broncode als binaire code, waartussen een wezenlijk verschil bestaat. Een programma wordt gebruikt, en niet gelezen. Deze verschillen veranderen de situatie zodat iemand die zijn recht op intellectueel eigendom uitoefent de maatschappij schaadt, zowel in materieel als in niet-materieel opzicht. Iemand in de positie om dit recht uit te oefenen zou dit niet moeten doen, ook al stelt de wet hem daartoe in staat.

“De concurrentie zorgt voor een hogere kwaliteit.”

Concurrentie is te vergelijken met een marathon; door de winnaar te belonen moedigen we iedereen aan om harder te rennen. Als kapitalisme op deze manier werkt, werkt het goed, maar degenen die het systeem verdedigen nemen onterecht aan dat het altijd zo werkt. Als de deelnemers vergeten waarom ze beloond worden, maar enkel nog tegen elke prijs willen winnen, gaan ze andere strategieën bedenken, zoals het aanvallen van andere deelnemers. En als een vechtpartij ontstaat, komen ze allemaal te laat bij de eindstreep.

Private software is het morele equivalent van een vechtpartij onder hardlopers. Helaas lijkt de enige scheidsrechter de vechtpartijen niet erg te vinden. Hij reguleert ze alleen (“voor elke dertig meter die je loopt mag je één kogel afvuren”). Hij zou ze eigenlijk uit elkaar moeten halen, en straffen uitdelen als ze zelfs maar proberen te vechten.

“Zal niet iedereen stoppen met programmeren, als ze geen geld krijgen?”

Velen zullen programmeren zonder salaris. Programmeren heeft een grote aantrekkingskracht op sommigen, meestal degenen die er het beste in zijn. Er is geen gebrek aan goede muzikanten die blijven musiceren, hoewel ze weinig hoop hebben er ooit hun brood mee te kunnen verdienen.

Maar de vraag is helemaal niet aan de orde. Programmeurs zullen nog steeds betaald krijgen, zij het minder. Dus de vraag moet zijn: wil er iemand programmeren voor een lager salaris? Gebaseerd op eigen ervaring kan ik zeggen: ja.

Tien jaar lang werkten veel van de beste programmeurs ter wereld op het laboratorium voor kunstmatige intelligentie voor veel minder geld dan dat ze elders konden krijgen. Ze kregen echter veel beloning in niet-geldelijke vorm: beroemdheid en waardering, bijvoorbeeld. En de mogelijkheid om hun creativiteit bot te vieren, hetgeen een beloning op zich is.

Ze verlieten het lab pas toen ze de kans kregen om hetzelfde werk te doen voor meer geld.

Dit laat zien dat mensen bereid zijn om te programmeren voor andere zaken dan geld; maar als ze én veel geld kunnen verdienen, én interessant werk kunnen doen, dan gaan ze het verwachten. Slecht betalende organisaties doen het slecht in vergelijking met goed betalende, maar dit gaat niet meer op als er geen goed betalende meer zijn.

“We hebben programmeurs hard nodig. Als zij eisen dat we onze buren niet langer helpen, hebben we maar te gehoorzamen.”

Hoe hard we de programmeurs ook nodig hebben, aan dit soort eisen hoeft niemand te voldoen.

“Programmeurs moeten toch op de een of andere manier hun geld verdienen.”

Op de korte termijn is dit waar. Er zijn echter vele manieren waarop een programmeur zijn brood kan verdienen zonder het recht om zijn programma te gebruiken te hoeven verkopen. Dit is de gebruikelijke manier, omdat het programmeurs en zakenlieden de meeste winst oplevert, maar niet omdat het de enige winstgevende manier is. Het is makkelijk om andere manieren te bedenken, als je je er even toe zet. Een paar voorbeelden:

Een fabrikant die een nieuw type computer op de markt brengt betaalt voor het vertalen van systeembesturingssoftware zodat deze ook op het nieuwe model werkt.

Het verkopen van onderwijs, begeleiding en onderhoudsdiensten kan ook werkgelegenheid bieden voor programmeurs.

Mensen die nieuwe ideeën hebben kunnen hun programma's verspreiden als freeware(9), en tevreden gebruikers om donaties vragen, of ondersteuning verkopen. Ik heb mensen ontmoet die op deze manier met succes hun brood verdienden.

Gebruikers met ongeveer dezelfde belangen kunnen gebruikersgroepen vormen, en contributie vragen. Een gebruikersgroep zou een programmeerbedrijf in dienst kunnen nemen om programma's te schrijven die de leden van de groep nodig hebben.

Allerlei soorten ontwikkeling kunnen worden betaald met een belasting op software:

Iedereen die een computer aanschaft betaalt x procent van de prijs als softwarebelasting. De overheid geeft dit aan een stichting die dit uitgeeft aan de ontwikkeling van software.

Maar als degene die een computer aanschaft zélf een schenking maakt aan de ontwikkeling van software, kan hij dit terugvragen van de belastingen. Hij kan een schenking doen aan het project wat hém het best uitkomt, bijvoorbeeld een project waarvan hij ooit de resultaten hoopt te gebruiken. Hij kan dit bedrag terugvragen tot aan het maximale bedrag dat hij aan softwarebelasting heeft betaald.

De belastingtarieven zou kunnen worden bepaald door de belastingbetalers te laten stemmen, waarbij een stem zwaarder gewogen wordt naarmate de stemmer meer belasting betaald.

De gevolgen:

Op de lange termijn is het bevrijden van software een stap in de richting van een wereld zonder schaarste, waarin niemand erg hard moet werken om te kunnen leven. Mensen zullen vrij zijn om zich te richten op leuke bezigheden, zoals programmeren, nadat ze de nodige tien uur per week hebben besteed aan noodzakelijke dingen als wetgeving, familieberaad, robotreparatie en komeetverkennen. Er zal geen noodzaak zijn om met programmeren je brood te verdienen.

De hoeveelheid werk die de samenleving moet verrichten om de gewenste productiviteit te bereiken is al enorm verminderd, maar hiervan heeft zich weinig vertaald in vrije tijd, omdat er nog veel productieve tijd nodig is om de niet-productieve tijd mogelijk te maken. De hoofdoorzaken hiervan zijn de bureaucratie en de strijd tegen concurrentie. Vrije software zal de effecten van deze twee oorzaken verminderen, althans op het gebied van de ontwikkeling van software. We moeten dit doen, zodat de technologische vooruitgang er voor kan zorgen dat wij minder hoeven te werken.

Voetnoten

  1. De verwoording was hier slordig. Bedoeld werd dat niemand hoefde te betalen voor toestemming om het GNU-systeem te mogen gebruiken. Maar dat blijkt niet duidelijk uit de tekst, en dit wordt vaak geïnterpreteerd als dat GNU altijd voor niks of voor een klein bedrag moet worden verspreid. Dat was niet de bedoeling; verderop wordt de betaalde verspreiding van software genoemd als een manier om geld te verdienen. Daarom heb ik nu geleerd verschil te maken tussen “free” als in vrijheid en “free” als in gratis. Vrije software is software waarvan de gebruikers de vrijheid hebben het te verspreiden en veranderen. Sommigen zullen gratis exemplaren kunnen krijgen, anderen zullen voor exemplaren betalen—en als dat geld ten goede komt aan de ontwikkeling van de software, is dat nog beter. Het belangrijkste is dat iedereen die een exemplaar heeft de vrijheid heeft om het samen met anderen te gebruiken.
  2. De term “weggeven” geeft aan dat ik nog geen duidelijk onderscheid had gemaakt tussen prijs en vrijheid. Tegenwoordig adviseren we deze term niet te gebruiken wanneer het over vrije software gaat. Zie de pagina over verwarrende woorden en teksten voor verdere uitleg.
  3. Hier was ik ook onduidelijk over welke vorm van “free” er bedoeld werd. Wat er staat is op zich niet onwaar—het is mogelijk om gratis exemplaren van GNU software te krijgen, bijvoorbeeld van vrienden, of via het internet.
  4. Er bestaan nu al een aantal van dit soort bedrijven.
  5. De Free Software Foundation komt al 10 jaar aan zijn geld met het uitgeven van software, hoewel het een stichting is, en geen bedrijf. Je kunt dingen bestellen bij de FSF.
  6. Een groep computerbedrijven is recent samen gaan werken om de ondersteuning van de GNU C Compiler te betalen.
  7. Ik geloof dat ik fout zat met de bewering dat het meeste verdiend wordt met het maken van niet-vrije softwarepakketten. Het maken van maatwerk-software blijkt nog vaker voor te komen als verdienmodel. Hiervoor kun je geen "huur" vragen, dus bedrijven moeten echt werk blijven uitvoeren om geld te blijven verdienen. Bedrijven die maatwerk-software maken zullen min of meer onveranderd blijven bestaan in een wereld met vrije software. Ik verwacht dus niet meer dat de meeste programmeurs in een wereld met vrije software minder zullen verdienen dan in de huidige situatie.
  8. In de jaren tachtig had ik er nog geen idee van hoe verwarrend het is om te spreken over “intellectueel eigendom”. Die benaming heeft een vooroordeel in zich; subtieler is echter dat het diverse wetten over één kam scheert. Tegenwoordig raad ik eenieder aan deze term niet te gebruiken doordat het mensen in de waan brengt dat het over één onderwerp gaat. Voor de duidelijkheid moet je onderscheid maken tussen patenten, auteursrecht en handelsmerken. Zie een verdere uitleg over hoe de term verwarring en vooroordeel zaait.
  9. Nadien hebben we onderscheid leren maken tussen “vrije software” en “freeware”. De term “freeware” betekent dat je het vrijelijk mag distribueren maar meestal mag je de broncode niet inzien of veranderen dus het meeste is geen vrije software. Zie de pagina over verwarrende woorden en teksten voor verdere uitleg.