Dit is een vertaling van een Engelstalige pagina.

Waarom scholen uitsluitend vrije software zouden moeten gebruiken


Onderwijsinstellingen, van basisschool tot universiteit, hebben een morele verplichting alleen vrije software te onderwijzen.

Alle computergebruikers zouden moeten aandringen op het gebruik van vrije software: het geeft gebruikers de vrijheid om controle te hebben over hun eigen computers—met niet-vrije software doet het programma wat de eigenaar of ontwikkelaar wil dat het doet, niet wat de gebruiker wil. Vrije software geeft ook de vrijheid om met elkaar samen te werken en een fatsoenlijk leven te leiden. Deze redenen gelden voor iedereen, dus ook voor scholen. Dit artikel concentreert zich op argumenten die specifiek gelden voor het onderwijs.

Allereerst kan vrije software scholen geld besparen, maar dit is bijzaak. Besparingen zijn mogelijk omdat vrije software aan scholen, net als andere gebruikers, het recht geeft om de software te kopiëren en verspreiden zodat de school kopiëen kan aanmaken voor alle computers op school. Bij het kopiëren is er geen enkele verplichting iemand hiervoor te betalen.

Dit voordeel is nuttig, maar absoluut niet de hoofdreden, omdat het nogal oppervlakkig is in vergelijking met de belangrijke ethische kwesties die aan de orde zijn. Het invoeren van vrije software op scholen gaat over meer dan het onderwijs een beetje “beter” maken: het is een kwestie van goed onderwijs geven in plaats van slecht onderwijs. Laten we daarom de vraagstukken eens wat beter beschouwen.

Scholen hebben een sociale missie: om leerlingen en studenten te leren deel te nemen in een sterke, capabele, onafhankelijke, samenwerkende en vrije samenleving. Zij moeten het gebruik van vrije software aanmoedigen, net zoals stemmen en hergebruik worden aangemoedigd. Door studenten vrije software te onderwijzen, kunnen zij afstuderen waarna zij klaar zijn om deel te nemen aan een vrije digitale samenleving. Dit zal de gemeenschap in zijn algemeenheid helpen af te komen van de overheersing (en mensenrechtenschendingen) van mega-bedrijven.

Een niet-vrij programma aanleren aan leerlingen is het implanteren van afhankelijkheid, wat loodrecht staat op de sociale missie van de school. Scholen zouden dit nooit moeten doen.

Waarom zouden sommige niet-vrije softwareontwikkelaars gratis kopiëen (1) van hun niet-vrije programma's aanbieden aan scholen? Omdat zij de scholen willen gebruiken om afhankelijkheid te kweken van hun producten, zoals tabaksproducenten gratis sigaretten aan schoolkinderen uitdelen (2). Zij zullen deze gratis kopiëen niet meer aanbieden aan studenten nadat zij zijn afgestudeerd, en ook niet aan de bedrijven waar zij voor gaan werken. Eenmaal afhankelijk word je verwacht te betalen, en toekomstige upgrades kunnen duur zijn.

Met vrije software kunnen leerlingen en studenten bestuderen hoe software in elkaar zit. Sommige leerlingen, natuurtalenten in het programmeren, willen eenmaal in hun tienerjaren alles weten wat er te weten valt over hun computers en de software die erop staat. Zij zijn intrinsiek nieuwsgierig om de broncode van de programma's, die zij elke dag gebruiken, te lezen.

Niet-vrije software wijst hun honger naar kennis af en zegt: “De kennis die jij graag wilt is geheim—het leren ervan is verboden!” Niet-vrije software is de vijand van de geest van het onderwijs, dus mag het niet worden getolereerd in een school, behalve als object om “reverse engineering” op toe te passen.

Vrije software moedigt iedereen aan om te leren. De vrije-software-gemeenschap wijst het “technologische priesterschap”, dat de meeste mensen dom houdt over hoe technologie eigenlijk werkt, af; we moedigen alle leerlingen en studenten, van welke leeftijd en situatie dan ook, aan om de broncode te lezen en zoveel te leren als ze zelf willen.

Scholen die vrije software gebruiken zullen programmeertalent verder helpen. Hoe leren programmeurs met een natuurtalent om goede programmeurs te worden? Zij moeten echte programma's bestuderen en begrijpen die mensen echt gebruiken. Je leert om goede code te schrijven, door veel code te lezen en veel code te schrijven. Dat kan alleen met vrije software.

Hoe leer je om code te schrijven voor grote programma's? Je kan dat leren door het schrijven van wijzigingen in bestaande grote programma's. Dit is mogelijk met vrije software; niet-vrije software verbiedt dit. Elke school kan zijn leerlingen aanbieden om het vakmanschap van programmeren aan te leren, maar alleen als het een vrije-software-school is.

De volgende reden voor het gebruik van vrije software in scholen is nog fundamenteler. We verwachten dat scholen basisvaardigheden en kennis overdragen, maar dat is niet alles. De meest fundamentele missie van scholen is om mensen op te voeden als goede burgers en buren—die samenwerken met anderen die hulp behoeven. Op computergebied betekent het ze te leren om software te delen. Vanaf de basisschool moeten scholen hun leerlingen duidelijk maken, “Als je software mee naar school neemt, moet je dit delen met andere studenten en de broncode laten zien aan de klas voor wanneer anderen ervan willen leren. Daarom is het verboden om niet-vrije software naar school mee te nemen, behalve als het bedoeld is voor reverse engineering.”.

Natuurlijk moet een school zijn eigen regels naleven: alle op school geïnstalleerde software, inclusief broncode, zou ter beschikking moeten staan van de studenten om te kunnen kopiëren, naar huis mee te nemen of verder te verspreiden.

Leerlingen leren vrije software te gebruiken en deel te nemen aan de vrije-software-gemeenschap is een praktische les in goed burgerschap. Het toont ze ook het rolmodel van publieke dienstverlening in plaats van dat van de tycoon. Het hele schoolsysteem zou vrije software moeten gebruiken.

Als jij een relatie hebt met een school —als je een leerling, student, leraar, werknemer, boekhouder, sponsor of ouder bent— dan is het jouw verantwoordelijkheid om de school te bewegen richting het gebruik van vrije software. Als een privéverzoek het doel niet bereikt, kan je het probleem aankaarten in de schoolgemeenschap (zoals de medezeggenschap); dat is de manier om meer mensen bewust te maken van het probleem en om bondgenoten te vinden voor de campagne.

  1. Let op! Een school die op een dergelijk aanbod ingaat zou later wel eens voor dure upgrades moeten gaan betalen.
  2. RJ Reynolds, de tabaksfabrikant kreeg in 2002 een boete van $15 miljoen voor het gratis verstrekken van sigaretten bij evenementen waar kinderen kwamen. Zie ook http://www.bbc.co.uk/worldservice/sci_tech/features/health/tobaccotrial/usa.htm.